-
Kinderen, palliatieve zorg voor
- Inleiding
-
Algemene aanbevelingen
- Organisatie van zorg
- Advance Care Planning & gezamenlijke besluitvorming
- Psychosociale zorg
- Zorg bij verlies en rouw
-
Juridische aspecten van besluitvorming
-
Symptomen
- Angst en Depressie
- Delier
- Dyspneu
- Hematologische verschijnselen
- Hoesten
- Huidklachten
- Misselijkheid en Braken
- Neurologische symptomen
- Pijn
- Reutelen
- Vermoeidheid
-
Refractaire symptomen
- Palliatieve sedatie
- Vocht en/of voeding onthouding
-
Bijlagen
Drukulcera (decubitus)
Behandeling Algemeen
De overwegingen en aanbevelingen geformuleerd op grond van ervaringen van experts en richtlijnen uit de volwassengeneeskunde (4).
Aanbevelingen
Belangrijk: Zie algemene aanbevelingen voor aanbevelingen die van belang zijn in elk palliatief traject en in elk stadium van de ziekte van het kind.
Doen |
|
Overwegingen
In de ‘richtlijn decubitus’ van de V&VN worden een groot aantal adviezen gegeven voor decubitus bij kinderen (4). De belangrijkste adviezen die in acht moeten worden genomen staan hieronder beschreven.
Het is belangrijk zo veel mogelijk drukulcera te voorkomen. Goede verzorging en regelmatige inspectie van de gehele huid en met extra aandacht voor risicoplaatsen (locatie waar het bot vlak onder de huid ligt) en andere drukpunten zijn essentieel. Voorkeur locaties van drukulcera zijn hoofd/nek, stuit en enkels.
Houdingsverandering is ontzettend belangrijk voor de preventie van decubitus. Dit kan door kinderen met een risico op decubitus, als ze hiertoe in staat zijn, aan te moedigen om zelf van houding te veranderen. Kinderen die niet in staat zijn om van houding te veranderen, hebben ondersteuning nodig. Het kind moet ten alle tijden worden gedraaid, tenzij dit te belastend is voor het kind. Voor advies en begeleiding over houdingverandering kan een ergotherapeut of (kinder)fysiotherapeut worden geraadpleegd. Verder kunnen interventies gericht op het voorkomen van infecties, smetten en immobiliteit, risico op decubitus verminderen.
De inzet van een druk reducerend matras of schapenvacht en barrièrecrèmes of –zalven, kunnen helpen om de huid te beschermen en te genezen. Ook is aandacht voor de voedingstoestand is belangrijk.
In de thuissituatie is het belangrijk gezin te informeren over de risico’s, zodat huidproblemen snel herkend worden. Het is belangrijk, indien wonden zijn ontstaan bij het behandelplan, een doel te stellen waarbij duidelijk moet zijn of wondgenezing of symptoombestrijding het doel is.
Verpleegtechnische aspecten
Decubitus komt frequent voor bij kinderen in de terminale fase. Het is in die gevallen niet wenselijk om de aandacht vooral op de wondbehandeling te richten. Het accent dient dan op palliatieve maatregelen te liggen. Dat kan gebeuren met behulp van de volgende handelingen:
- Inspecteer dagelijks de gehele huid en met extra aandacht voor de risicogebieden. Leg afwijkingen fotografisch vast en noteer ze in de verslaglegging (lokalisatie, bevindingen bij inspectie, palpatie en teken het in op een popfiguur).
- Verzorging van de wond op indicatie; dagelijkse wisseling van verband is vaak niet nodig en is belastend voor de patiënt.
- Vermijden van producten waar een bekende overgevoeligheid voor bestaat.
- Vermijden van meerdere middelen in één wond (indien mogelijk).
- Het bieden van comfort door het beperken van interventies die als belastend worden ervaren zoals het toepassen van wisselligging. Zorg in eerste instantie voor goede pijnstilling tijdens de houdingsverandering. Indien dit niet helpt, kan overwogen worden om te stoppen met het toepassen van wisselligging. De inzet van hoogwaardig antidecubitusmateriaal dient overwogen te worden. Hoogwaardig antidecubitusmateriaal geeft echter niet altijd het grootste comfort. Zo wordt het liggen op een alternerend (bewegend) matras soms als onaangenaam ervaren. Bovendien kan het veranderen van matras een storende interventie zijn. De keuze voor materialen moet weloverwogen gebeuren.
- Het bestrijden van pijn.
- Het bestrijden van geuroverlast door het verwijderen van necrose, gebruik maken van geur neutraliserende verbanden en geur neutraliserende sprays.