Download hele richtlijn

Angst en Depressie

Medicamenteuze behandeling 

Er is systematisch gezocht in de literatuur naar het effect van alle soorten medicamenteuze behandelingen van angst en depressie bij kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase. Er zijn geen gerandomiseerde studies gevonden voor medicamenteuze behandeling van angst en depressie bij kinderen in de palliatieve fase. De overwegingen en aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van ervaringen van experts.  

Aanbevelingen

Belangrijk: Zie algemene aanbevelingen voor aanbevelingen die van belang zijn in elk palliatief traject en in elk stadium van de ziekte van het kind.

Doen
(sterke aanbeveling)
  • Bespreek de inzet en het starten van medicatie samen met een KJ-psychiater met ervaring in de palliatieve zorg of een kinderarts/AVG-arts.
  • Maak bij inzetten van medicatie een afweging of ondersteunende psychologische therapie aangewezen en haalbaar is.
Overweeg
(zwakke aanbeveling)

Overweeg:

  • Voor angstreductie bij stervende kinderen, intranasaal midazolam.
  • Bij acute angst, intranasaal midazolam of oraal lorazepam.
  • Bij acute angst in kader van pediatrisch delier of psychotische ontregeling, antipsychotica (risperidon, haloperidol).

Doseringsadvies

Doseringen van midazolam, lorazepam, risperidon en haloperidol beschreven in aanbevelingen, zijn te vinden in het kinderformularium (21). 

Wat is de meest effectieve medicamenteuze behandeling van angst en depressie bij kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase?  

P Kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase.
I Medicamenteuze behandeling van angst en depressie.
C Geen behandeling/placebo.
O Effect op angst en depressie, kwaliteit van leven.

Er zijn geen gerandomiseerde studies gevonden over medicamenteuze behandeling zoals midazolam, lorazepam of antipsychotica op angst en kwaliteit van leven bij kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase.

Er zijn nauwelijks studies bekend die onderzoek hebben verricht naar de medicamenteuze behandeling bij angststoornissen van kinderen in de palliatieve setting. Voor angstreductie bij stervende kinderen is het gebruik van intranasaal toegediende midazolam effectief gebleken (19). Een RCT rapporteerde effectiviteit van intranasaal toegediende midazolam voor procedure gerelateerde anxiolyse (20). De belangrijkste bijwerking was irritatie van de neus. Een alternatief is oraal lorazepam (zie kinderformularium). Let wel op paradoxale reacties bij kinderen.

Benzodiazepinen hebben zowel een anxiolytisch als slaap inducerend effect. Daar onder andere pijn, kortademigheid en misselijkheid versterkt kunnen worden door angst en uitputting, wordt algemeen aangenomen dat benzodiazepinen ook een gunstig effect hebben op andere symptomen in de palliatieve fase, wanneer deze gepaard gaan met angst. De lange halfwaardetijd van sommige anxiolytica kan leiden tot accumulatie en verlengde sedatie.

Bij acute angst in het kader van een pediatrisch delier of psychotische ontregeling zijn antipsychotica (risperidon, haloperidol) het eerst aangewezen. Hiervoor verwijzen wij naar de richtlijn delier.  

Wanneer herhalend of aanhoudend angst- of paniekklachten bestaan, zal medicamenteuze inzet bij voorkeur in combinatie moeten gebeuren met niet-medicamenteuze angst reducerende interventies. Gezien het gebrek aan specificiteit rond palliatieve zorg is het daarbij verstandig de JGZ-richtlijnen en GGZ Zorgstandaarden rond angst (8) te volgen met inachtneming van de hier vermelde overwegingen en aanbevelingen.

Zodra (langdurig) medicatie overwogen wordt is het verstandig een KJ-psychiater of kinderarts met ervaring in de palliatieve zorg te betrekken. Via de Comfort Teams of het Netwerk Integrale Kindzorg zijn zorgverleners beschikbaar met ervaring in palliatieve zorg.

Aanbevelingen

Belangrijk: Zie algemene aanbevelingen voor aanbevelingen die van belang zijn in elk palliatief traject en in elk stadium van de ziekte van het kind.

Overweeg
(zwakke aanbeveling)
Overweeg:
  • de inzet van medicatie in samenspraak met een KJ-psychiater met ervaring in de palliatieve zorg of een kinderarts/AVG-arts.
  • bij inzetten van medicatie of ondersteunende psychologische therapie aangewezen en haalbaar is.
  • bij matige tot ernstige depressies bij kinderen vanaf 8 jaar, fluoxetine.
  • met name bij kinderen met kanker, SSRI’s.
  • methylfenidaat.
Niet doen
(sterke aanbeveling)
  • Geef geen tricyclische antidepressiva vanwege de mogelijke ernstige nadelen en de noodzaak van spiegelbepalingen.

Doseringsadvies

Doseringen van fluoxetine en SSRI’s, zijn te vinden in het kinderformularium (21). 

Wat is de meest effectieve medicamenteuze behandeling van angst en depressie bij kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase?  

P Kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase.
I Medicamenteuze behandeling van angst en depressie.
C Geen behandeling/placebo.
O Effect op angst en depressie, kwaliteit van leven.

Er zijn geen gerandomiseerde studies gevonden over het effect van medicamenteuze behandeling zoals fluoxetine, SSRI’s of TCA’s op depressie en kwaliteit van leven bij kinderen tussen 0 en 18 jaar in de palliatieve fase.

Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP) stelt dat bij een vastgestelde depressieve stoornis (bij niet-palliatieve zorg) alleen van fluoxetine de werking en de veiligheid is aangetoond voor de behandeling van matig ernstige tot ernstige depressies bij kinderen vanaf 8 jaar (22).

Voor de werkzaamheid van de SSRI’s sertraline, citalopram, escitalopram en de SNRI venlafaxine bestaat enig, maar niet eenduidig, bewijs. De effectiviteit van SSRI’s bij depressie van kinderen met kanker werd in twee niet-vergelijkende studies aangetoond (23, 24).
Tricyclische antidepressiva (TCA’s) en mirtazapine zijn niet werkzamer dan placebo bij de behandeling van depressies in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Vanwege de mogelijk ernstige nadelen en de noodzaak van controle van spiegels wordt het gebruik van TCA's in de palliatieve zorg voor kinderen afgeraden (25). TCA's zijn geen onderdeel van de huidige richtlijnen bij kinderen en jeugd. Sommige studies van volwassenen suggereren dat methylfenidaat van betekenis zou kunnen zijn bij depressiebehandeling (26). 

Zodra medicatie overwogen wordt is het verstandig een KJ-psychiater of kinderarts met ervaring in de palliatieve zorg te betrekken. Via de Kinder Comfort Teams of het Netwerk Integrale Kindzorg zijn zorgverleners beschikbaar met ervaring in de palliatieve zorg. Het wordt afgeraden om medicamenteuze behandeling in te zetten zonder inzet van psychologische therapie. Gezien het gebrek aan specificiteit rond palliatieve zorg is het verstandig de JGZ-richtlijnen en GGZ Zorgstandaarden rond angst (8) en depressie (9) te volgen met inachtneming van onderstaande overwegingen.