Fysieke dimensie
De fysieke dimensie in de palliatieve zorg gaat over het verminderen van lichamelijke klachten en het bevorderen van het welbevinden van de patiënt. Klachten als pijn, benauwdheid, vermoeidheid, misselijkheid of obstipatie komen vaak tegelijk voor en maken de zorg complex. Daarom is een zorgvuldige beoordeling en behandeling nodig, waarbij je samen met de patiënt en naasten kijkt naar wat acceptabel en haalbaar is. Fysieke zorg staat nooit op zichzelf: het heeft invloed op psychisch, sociaal en spiritueel welzijn van de patiënt en maakt onderdeel uit van proactieve zorgplanning.
Op deze pagina vind je informatie over veelvoorkomende klachten in de palliatieve fase, hoe je deze kunt signaleren, behandelen en evalueren, en welke richtlijnen en hulpmiddelen je daarbij ondersteunen.
Wat is de fysieke dimensie in de palliatieve fase?
De fysieke dimensie gaat over alles wat te maken heeft met het lichaam en lichamelijk functioneren. Het doel is het verlichten van symptomen en het behouden of vergroten van fysiek welbevinden. Dat betekent dat je niet alleen kijkt naar de klachten, maar ook naar wat de patiënt belangrijk vindt in het dagelijks leven. Denk aan eten en drinken, mobiliteit, dag- en nachtritme, zelfzorg, intimiteit en seksualiteit.
Omdat lichamelijke klachten vaak tegelijk voorkomen, vraagt dit om een multidimensionele en interdisciplinaire aanpak. Samen met de patiënt en diens naasten stem je behandeldoelen en keuzes af op hun waarden, wensen en behoeften. Daarbij kun je gebruikmaken van richtlijnen, meetinstrumenten en zo nodig de expertise van gespecialiseerde (palliatieve) zorgverleners.
Waarom is aandacht voor de fysieke dimensie belangrijk?
Lichamelijke klachten hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven van de patiënt en op de draagkracht van naasten. Als pijn, benauwdheid of vermoeidheid onvoldoende behandeld worden, kan dit ook psychische, sociale en spirituele problemen versterken. Andersom kan goede symptoombehandeling rust en ruimte geven om aandacht te besteden aan die andere dimensies.
Aandacht voor de fysieke dimensie draagt zo bij aan kwaliteit van leven én sterven. Het helpt patiënten en naasten om zich beter aan te passen aan de situatie en om eigen regie te houden waar dat kan.
Veelvoorkomende klachten en symptomen
In de palliatieve fase kunnen veel verschillende lichamelijke klachten optreden. Vaak komen ze tegelijk voor en beïnvloeden ze elkaar. Dit maakt de zorg complex en vraagt om regelmatige evaluatie van het fysiek welbevinden van de patiënt.
Veelvoorkomende fysieke symptomen zijn onder andere pijn, benauwdheid, misselijkheid en braken, vermoeidheid, obstipatie, reutelen, algehele zwakte, slaapproblemen, jeuk, droge mond, hoesten, incontinentie, diarree of urineretentie. Ook huid- en wondzorg vraagt vaak aandacht. Het doel van behandeling is niet altijd klachten volledig wegnemen, maar wel de belasting verlagen tot een voor de patiënt acceptabel niveau.
Door klachten tijdig te signaleren en samen met de patiënt en diens naasten te bespreken, kun je passende zorg bieden. Zo draag je bij aan rust, comfort en behoud van kwaliteit van leven.
Meting Welbevinden
In de Meting Welbevinden 2024 noemden patiënten en naasten 'moe' als een na belangrijkste klachten/zorgen (zie voor meer informatie de Factsheet Meting Welbevinden.
Ook een ‘droge mond’ is een door patiënten veelgenoemde klacht/zorg blijkt uit de Meting Welbevinden 2024. Zie voor meer informatie Droge mond in de laatste levensfase.
Signaleren, beoordelen en evalueren
Het signaleren en beoordelen van fysieke klachten doe je altijd samen met de patiënt en diens naasten. Daarbij is het belangrijk te onderzoeken wat voor de patiënt van waarde is en welke klachten of beperkingen de meeste aandacht vragen. Op basis daarvan maak je samen behandelkeuzes (zie themapagina Gezamenlijke besluitvorming). Voor het in kaart brengen en behandelen van klachten gebruik je de methodiek van Palliatief redeneren. Een hulpmiddel daarbij is het meetinstrument USD-4D, dat je ondersteunt bij het systematisch signaleren van symptomen en het evalueren van het welbevinden. Omdat klachten vaak samenhangen met psychische, sociale of spirituele aspecten, vraagt dit om samenwerking binnen het team. Interdisciplinaire zorg is daarbij de basis: je doet het niet alleen.
Behandeling en interventies
De behandeling van fysieke klachten richt zich op het verminderen van de symptoomlast tot een voor de patiënt acceptabel niveau. Dat kan met niet-medicamenteuze, medicamenteuze en soms invasieve interventies, eventueel aangevuld met complementaire zorg. Je werkt daarbij volgens de landelijke richtlijnen palliatieve zorg. Belangrijk is dat afspraken en keuzes worden vastgelegd in het individueel zorgplan en regelmatig samen met de patiënt geëvalueerd.
Lees ook: Voorkomen van opioïd-geïnduceerde obstipatie.
Ga aan de slag met de fysieke dimensie!
- Gebruik het USD-4D om systematisch symptomen te signaleren en te evalueren.
- Bespreek samen met de patiënt en naasten wat voor hen belangrijk is en leg gemaakte afspraken vast in het individueel zorgplan.
- Werk volgens de landelijke richtlijnen palliatieve zorg en raadpleeg deze bij twijfel over behandeling of medicatie.
- Besteed aandacht aan uitleg en voorlichting, bijvoorbeeld over het gebruik van opioïden of sedativa, en ga misverstanden of zorgen niet uit de weg.
- Vraag tijdig hulp van gespecialiseerde collega’s, zoals het consultatieteam palliatieve zorg, als klachten complex of moeilijk behandelbaar zijn.
- Evalueer regelmatig samen met de patiënt of de behandeling nog past bij de wensen en het welbevinden.
- Vertel de patiënt en naasten dat er voor hen informatie te vinden is op Overpalliatievezorg.
- Bespreek je ervaringen met een collega en leer van elkaar.
Meer weten over de fysieke dimensie?