Psychedelica in de palliatieve zorg (Pallium-interview)
- Datum publicatie 17 april 2025
- Auteur Kim van Arendonk
- Organisatie Palliaweb
- Soort publicatie interview
- Gebruiker Alle gebruikers, Geestelijk verzorger, Praktijkondersteuner, Psycholoog
- Doelgroep Volwassenen
- Setting Ziekenhuis
Een paddo-trip die depressieve klachten in de palliatieve fase verlicht. Het klinkt bijna magisch. Maar is dat echt zo? En hoe werkt dat dan? Dat onderzoekt psychiater Robert Schoevers in onder andere het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij leidt een omvangrijk Europees onderzoek naar psilocybine, de naam van de werkzame stof in paddo’s. Wij spreken hem over deze studie die wordt uitgevoerd bij patiënten in de palliatieve fase.
In deze PsyPal-studie wordt in 4 verschillende Europese landen de werking van psilocybine bij 4 patiëntgroepen onderzocht, namelijk COPD, ALS, MS en atypisch parkinsonisme. Waarom de focus op de patiënten in de palliatieve fase?
'Als psychiater ben ik gespecialiseerd in depressie. We weten van patiënten in de palliatieve fase dat de impact van hun ziekte heel diepgaand kan zijn. Ze krijgen te maken met fysieke beperkingen die niet meer overgaan, ze hebben minder energie, en angst voor verdere verslechtering en overlijden. Ze verliezen dan soms hoop en betekenis.
Daarbij is het voor de naasten moeilijk te zien dat hun dierbare worstelt met al deze gevoelens en daar in vastloopt, waardoor je ook emoties niet meer kunt delen, niet samen kunt rouwen en ook niet goed kunt nadenken over wat je nog wil in de tijd die je nog rest. Mensen zijn alleen nog maar somber, zien de zin van het leven niet in en haken op allerlei manieren af.
Ernstige ziekte gaat altijd gepaard met een aanpassingsproces, dat is een normale reactie die we niet moeten medicaliseren. Maar als dit proces vastloopt - en dat zien we bij een redelijk percentage van de patiënten – kan het uitmonden in een depressie en dat heeft forse consequenties.
Een depressie in de palliatieve fase heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van leven en het dagelijkse leven, voor de patiënt maar vaak ook voor diens naasten. Op dit moment behandelen we patiënten voornamelijk met gesprekken (psychotherapie) en medicijnen (antidepressiva). We weten dat deze behandelingen voor deze patiëntengroep vaak weinig soelaas bieden, bovendien kan het lang duren voor je er een gunstig effect van ondervindt. Dat veroorzaakt de noodzaak voor het vinden van nieuwe effectieve behandelingen. Liefst behandelingen die snel een flinke positieve verandering teweeg kunnen brengen.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat psychedelica hierbij zouden kunnen helpen. Met mijn onderzoeksgroep doen we sinds 10 jaar studies naar ketamine en recent ook psilocybine bij mensen ernstige depressies, waarbij we behoorlijk goede resultaten hebben gezien. Er zijn ook pilotstudies gedaan bij patiënten met een ongeneeslijke oncologiediagnose waarbij het gebruik van psilocybine heeft gezorgd voor een sterke vermindering van depressieve stemmingen en angsten, en het vermogen om de eigen situatie te accepteren en het beste te maken van de tijd die nog rest.'
Meer over PsyPal
De PsyPal-studie is een samenwerking tussen 19 Europese organisaties uit 9 verschillende landen. Er doen verschillende specialisten aan mee, waaronder psychiaters, medisch specialisten, psychologen en psychotherapeuten, maar ook onderzoekers, deskundigen in spirituele zorg, en vertegenwoordigers van patiënten en naasten. Het onderzoek wordt geleid door Robert Schoevers en zal vier jaar duren.
PsyPal is de eerste klinische studie waarin de veiligheid en effecten op lange termijn van psilocybine worden bestudeerd bij patiënten die palliatieve zorg ontvangen voor diagnosen anders dan kanker. Kunt u meer vertellen over deze studie?
'Bij een behandeling met psilocybine hebben patiënten 2 behandelsessies waarbij ze een bijzondere reis maken – een trip zou je kunnen zeggen. We weten dat patiënten dan bijzondere ervaringen hebben waarin ze op een andere manier naar zichzelf kunnen kijken. Dat is iets waar je mensen goed op moet voorbereiden. Ook zijn gesprekken na de behandeling belangrijk om hun ervaringen te incorporeren in hun dagelijks leven voor een goed langetermijneffect.
In ons dubbelblind gerandomiseerd onderzoek krijgen patiënten een behandeling van 10 bijeenkomsten, over een looptijd van ongeveer 3 maanden. In de eerste gesprekken maakt de patiënt kennis met de psychotherapeuten en de behandelkamer om een band op te bouwen en zich goed voor te bereiden. Dan is er 1 sessie met een lagegere dosering psilocybine. Dit duurt een volledige dag want een psilocybine-trip duurt 6 tot 8 uur. Vervolgens zijn er twee nagesprekken, en daarna een tweede sessie met een hogere dosering. De behandeling wordt afgesloten met nog een aantal gesprekken, zogeheten integratiesessies, om samen te kijken hoe de ervaring kan worden geïntegreerd in het dagelijks leven.
Dan is de behandeling afgelopen maar we bieden de patiënten nog online begeleiding waar ze ervaringen kunnen uitwisselen met andere deelnemers.
De controlegroep krijgt een hele lage dosering waarvan de patiënt wellicht iets van kan voelen maar volgens ons niet de volledige ervaring heeft. Daarmee wordt het moeilijker om te raden of in welke behandelconditie je zit.
Van alle geïncludeerde patiënten maken we een complete waaier aan ervaringen aan de hand van vragenlijsten en kwalitatieve interviews. Zo hopen we een beeld te krijgen bij welke patiënten deze behandeling goed werkt, en wat de lange termijn effecten zijn.'
'We weten dat patiënten door een behandeling met psilocybine bijzondere ervaringen hebben waarin ze op een andere manier naar zichzelf kunnen kijken.'
Bij een paddo-trip wordt toch ook vaak gedacht aan toeristen die onder invloed uit een raam springen in Amsterdam. Is deze behandeling niet ook gevaarlijk?
'We hebben uiteraard geen idee wat er mogelijk speelde bij deze personen. Maar we weten dat het een overweldigende ervaring kan zijn, life-changing. Tijdens een trip sta je open voor allerlei gedachten en invloeden, vanuit jezelf maar ook vanuit je omgeving. Wij besteden dan ook veel aandacht aan het bevorderen van veiligheid en vertrouwen, en we blijven gedurende het hele traject bij iemand. Gevoelens van onveiligheid en wantrouwen kunnen soms worden uitvergroot tijdens een behandelsessie. Het is dus echt onverstandig om dit te doen in een situatie of met mensen die je niet kent.
De behandelkamer is ingericht voor deze behandeling. Er staat een bed, een fijne stoel, er is mogelijkheid om muziek te draaien en er is gedempt licht. Het lijkt totaal niet op een ziekenhuiskamer. Ook besteden we met de patiënt tijd aan het leren kennen van de kamer, wat staat waar en hoe krijg je weer contact met jezelf en de kamer op het moment dat je dat wilt. Het vertrouwen met de psychotherapeut is belangrijk. We bereiden mensen voor, geven tips en houden contact tijdens de sessie. Je moet goed begeleid worden door mensen die je vertrouwt. En natuurlijk geldt hiervoor: don’t try this at home.
Het is niet erg als mensen het spannend vinden of zenuwachtig zijn, dat komt vaak voor. Maar we proberen om mensen te stimuleren om nieuwsgierig te zijn naar wat deze ervaring ze kan brengen.'
Naast directe klinische effecten richt het onderzoek zich ook op het langdurig welzijn van patiënten én hun families na het behandeltraject. Hoe doen jullie dat?
'In het onderzoek betrekken en bevragen we zoveel mogelijk ook de naasten van de patiënt. We weten dat mantelzorgers een bekende risicogroep zijn om zelf depressieve klachten te ontwikkelen. Het is heel zwaar om te weten dat je dierbare ernstig ziek is en te zien dat hij of zij last krijgt van klachten in het lichaam maar ook klachten heeft die mentaal en existentieel zijn. Als je dierbare daar niet uitkomt en depressief wordt is het extra zwaar. Je dierbare zit dan op slot, je komt niet meer dichtbij en staat er letterlijk alleen voor.
Als deze behandeling aanslaat voor de patiënt en de depressieve klachten van hem of haar verlicht, heeft dat ook invloed op de relatie met de naasten. Er wordt een nieuw evenwicht bereikt waarin je bijvoorbeeld weer de mogelijkheid hebt om samen te rouwen.'
Deze vraag krijgt u vast vaker: heeft u zelf eens psilocybine geprobeerd?
Deze vraag krijg ik inderdaad vaker en is volgens mij niet relevant, maar nee. Ik heb het niet zelf uitgeprobeerd. Op dit moment wil ik het onderzoek niet inkleuren met mijn persoonlijke ervaringen daarmee, dat zie je best veel in dit veld en ik wil objectief kunnen beoordelen wat het patiënten brengt in positieve maar eventueel ook in negatieve zin. Los daarvan wordt bij ander onderzoek naar nieuwe behandelingen of medicijnen ook niet verwacht dat de hoofdonderzoeker het zelf uitgeprobeerd heeft, maar dat terzijde.
Belangrijk om te vermelden dat ik niet zelf de behandelingen uitvoer. Dat wordt gedaan door BIG-geregistreerde psychiaters, psychologen en psychotherapeuten die aanvullende opleiding hebben gehad om patiënten hierbij te begeleiden. Binnen het veld is wel discussie of het dan nuttig of nodig is om zelf ook een ervaring met dit middel te hebben. Dat kan maar op dit moment hoeft dat niet. Je moet wel heel goed weten hoe je iemand optimaal kunt begeleiden bij psychedelica sessies.
Op de website van PsyPal kun je je inschrijven op de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen rond deze studie.
Pallium was het eerste vakblad over palliatieve zorg. In januari 2023 kwam het laatste fysieke exemplaar van dit tijdschrift uit. In overleg met de Palliaweb-redactie is besloten het Pallium-interview maandelijks door te zetten op Palliaweb. Dit interview is hier een onderdeel van. Bekijk alle Pallium-interviews.