Palliatieve zorg in het Laurentius Ziekenhuis: SVP-project verbetert kwaliteit van gesprekken
- Datum publicatie 11 december 2024
- Auteur Rob Bruntink
- Soort publicatie artikel, interview
- Setting Ziekenhuis
'Het project heeft ons geholpen om in de gesprekken met patiënten óók over hun geestelijke behoeften te praten’, zegt Chantal Claessen, verpleegkundig specialist palliatieve zorg, van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond. ‘Dat heeft de kwaliteit van onze zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn sterk verbeterd. ‘
Claessen doelt op het project Signaleren, Verkennen en Proactieve Zorgplanning (SVP), dat recent in het ziekenhuis is afgerond (zie uitgelicht blok onderaan). Zoals het gaat bij succesvolle projecten, is het nu zaak de inhoud van het project te borgen. Zodat het een standaard onderdeel van de zorg wordt. Met die borging is Juliëtte Vogels, beleidsadviseur oncologie, nu druk aan het werk.
Juliëtte Vogels en Chantal Claessen
‘Ook aandacht voor de geest en de ziel’
Via het SVP-project zijn meer dan vijftig zorgprofessionals van het ziekenhuis getraind in het voeren van betere gesprekken met mensen die ongeneeslijk ziek zijn. ‘Beter’ als in: vollediger, méér passend bij de behoeften van de patiënten. ‘Als ik het wat gechargeerd neerzet’, zegt Claessen, ‘voerden wij eerder in het ziekenhuis vooral gesprekken met hen over hoe het met hun lichaam ging. Over de lichamelijke klachten die ze hadden. Over de pijn. De benauwdheid. Nu hebben we, behalve voor het lichaam, ook aandacht voor hun geest en hun ziel. En dus gaat het ook meer over angsten en zorgen. Of levensvragen.’
Belangrijke aanleiding voor die bredere gesprekken is dat het mensen helpt zich voor te bereiden op de resterende tijd. En ook dat zij dan keuzes kunnen maken over de besteding van de tijd, die het beste bij hun wensen passen. Die tijd kan voor sommigen heel kort zijn (weken of maanden), anderen hebben méér tijd (een jaar of meer). ‘Hoeveel tijd iemand heeft, is sterk afhankelijk van de ziekte en de individuele omstandigheden’, zegt Claessen. ‘En soms is het onmogelijk om de levensverwachting in te schatten. Met name bij ziekten als hartfalen en COPD is dat moeilijk.’
Drempel verlaagd
Dankzij de training, maar ook dankzij speciale hulpmiddelen die hiervoor gemaakt zijn, is de drempel voor zorgprofessionals verlaagd om gesprekken met patiënten te voeren over hun toekomstperspectief, geeft Claessen aan. ‘Zij weten nu bijvoorbeeld met eenvoudige vragen het gesprek te starten. Vragen als ‘wat is nu het meest belangrijk in je leven?’ of ‘wat is jouw kwaliteit van leven?’ zijn daarbij behulpzaam. Zulke ogenschijnlijk simpele vragen hebben geholpen om meer handvatten te krijgen om het gesprek met de patiënt over de wensen, verwachtingen en behoeften in de laatste levensfase met meer vertrouwen aan te gaan.’
Door zulke vragen te stellen kun je alle onderwerpen bespreken die de patiënt van belang vindt, geeft Claessen aan. ‘Daarmee bestrijken we direct alle onderdelen van palliatieve zorgverlening: de zorg die zich richt op de kwaliteit van leven van mensen met een ongeneeslijke ziekte. Daarin onderscheiden we vier dimensies van aandacht: de fysieke, psychische, sociale én spirituele dimensie. De ene keer praat je dus over zaken die met zingeving te maken hebben, een andere keer over hoe de ziekte doorwerkt in de relatie. Weer een andere keer richt je je op angsten die mensen kunnen hebben. En soms ook ‘gewoon’ over de lichamelijke klachten die men ervaart.’
Andere vragen stellen
Het is in veel zorginstellingen gebruikelijk dat patiënten (of bewoners van verpleeghuizen) direct na de opname de vraag voorgelegd krijgen of ze wel of niet gereanimeerd willen worden als er sprake is van een hartstilstand. ‘Deze vraag is absoluut van waarde voor de mogelijke, toekomstige zorgverlening, en zal ook zeker gesteld blijven worden’, zegt Claessen. ‘Maar er zijn daarnaast andere vragen te stellen over de gewenste zorgverlening, die misschien nog wel belangrijker zijn. Zoals: wil je in crisissituaties naar het ziekenhuis of wil je liever thuisblijven? Wil je ten koste van alles voor drastische medische ingrepen naar het ziekenhuis, of laat je die ingrepen liever aan je voorbijgaan? Of: heb je al eens nagedacht over de vraag waar je wilt sterven? Is dat thuis, in het ziekenhuis of in een hospice?’
‘Patiënten gaan nu eerder dingen regelen’
Door zulke gesprekken zo vroegtijdig mogelijk te voeren, kunnen patiënten er het meest van profiteren. Immers: door wensen uit te spreken, vergroot je als patiënt de kans dat de wensen ook realiteit worden. De bredere gesprekken zijn, als onderdeel van het project, op drie poliklinieken geïntroduceerd: de poliklinieken oncologie, longgeneeskunde en hartfalen. ‘Je merkt wel dat patiënten het soms moeilijk vinden’, zegt Claessen. ‘Confronterend ook. Maar dat is logisch. De waarde ervan zien ze ook wel in. Ze gaan nu eerder dingen regelen. Een testament bijvoorbeeld. Of een wilsverklaring. Of ze gaan nu eerder bepaalde onderwerpen bespreken met hun partner of met de kinderen.’
Het ziekenhuis investeert niet alleen met dit project in de verbetering van palliatieve zorg, benadrukt Vogels. Zo besteedde men in oktober aandacht aan de Week van de Palliatieve Zorg. Ook wordt het elektronische patiëntendossier uitgebreid met een deel over proactieve zorgplanning.
Signaleren, Verkennen, Proactieve zorgplanning
De naam van het project dat het ziekenhuis in Roermond heeft uitgevoerd, is aan de lange kant. Voluit heet het: ‘Signaleren en verkennen wat de patiënt bezighoudt als basis voor proactieve palliatieve zorgplanning’. Afgekort tot ‘Signaleren, Verkennen, Proactieve zorgplanning’. Of nog korter: SVP. Het ziekenhuis maakte gebruik van een stimuleringsregeling van ZonMw, in samenwerking met het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II.
Palliatief Adviesteam
Verpleegkundigen en artsen die bij de behandeling of begeleiding van iemand met een ongeneeslijke ziekte extra deskundigheid over palliatieve zorg kunnen gebruiken, kunnen bellen met het Palliatief Adviesteam. Dat is een team van (vooral) artsen en verpleegkundigen die in palliatieve zorg zijn gespecialiseerd. Dit jaar zijn er al ongeveer twintig procent méér consulten aangevraagd dan vorig jaar. ‘Het maakt duidelijk dat ons team bekender wordt én dat we met het gehele ziekenhuis naar nóg betere palliatieve zorg streven’, zegt Claessen, die lid van het Palliatief Adviesteam is.