Systematische review over delier: vaker dan we denken
- Datum publicatie 2 maart 2020
- Auteur Liesbeth Kooiman
- Organisatie e-pal
Inleiding
Delier is een vaak gemist maar veel veelvoorkomend toestandsbeeld in de palliatieve zorg. Een acuut begin, wisselende bewustzijnsdaling en verward denken horen daarbij. Delier zorgt voor veel onrust, niet alleen bij de patiënt, ook bij de familie en de zorg eromheen.
Delier leidt regelmatig tot opnames; die tot onrust leiden, wat weer niet handig is voor het behandelen van een delier. Ook draagt het bij aan patiënten morbiditeit en mortaliteit. Ondanks dat het delier veel voorkomt, is er wereldwijd geen overeenstemming over hoe dit euvel het beste te herkennen. Weliswaar is de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-V) behulpzaam bij diagnose; de toepasbaarheid van allerlei screeningsmethoden varieert nogal.
Doel
Een systematische review uit 2013 laat zien dat delier veel voorkomt op palliatieve zorg units en in hospices. De Canadese auteurs van dit artikel willen die review uitbreiden naar andere palliatieve zorg units, zoals algemene afdelingen en in de thuiszorg. De wens is om overal waar palliatieve zorg geboden wordt, de incidentie (aantal nieuwe gevallen) en prevalentie (aantal gevallen op een moment) van delier te onderzoeken.
Methode
De auteurs doorzochten vijf elektronische databases op studies tussen 1980 en 2018 die voldeden aan de inclusie criteria. Exclusie criteria waren onder anderen: alcohol onttrekking delier, delier na operatie en delier tijdens intensive care opnames.
Resultaten
De auteurs spitten 3741 documenten door, waarvan uiteindelijk 42 studies overbleven voor de beoogde systematische review. Van deze studies betrof het merendeel kankerpatiënten (n=34), de rest had gemengde diagnoses (n=8). Deze 42 studies omvatten in totaal 16.491 patiënten.
Slecht één studie had een laag risico op bias (de auteurs hadden daar ook weer een tool voor). Struikelblok was de diagnose van delier, dat bracht het grootste risico op bias met zich mee. De punt prevalentie van delier verschilde per setting. In de thuiszorg kwam delier bij 4%-12% van de patiënten voor, bij palliatieve consultatie teams in het ziekenhuis vaker (9%-57%). Het vaakst was delier genoteerd bij palliatieve zorg units (6%-74%).
De prevalentie van delier vlak voor het overlijden in alle palliatieve zorg settings (n=8) was 42%-88%.
Voor de uiteindelijke meta-analyse kwamen 14 studies in aanmerking. Er was veel heterogeniteit tussen de studies. Desondanks was de geschatte prevalentie van delier bij opname in een palliatieve zorg setting 35%.
Conclusie
Delier komt voor op alle plaatsen waar palliatieve zorg geboden wordt. Het minst vaak in de thuissituatie, het meest rondom het overlijden. 60% van de patiënten ontwikkelt een delier tijdens opname in een palliatieve zorgsetting. Meta-analyse laat zien dat een derde van de patiënten delirant is ten tijde van opname bij een palliatieve zorginstelling.
Commentaar
Alleen al het feit dat zo’n groot artikel over delier verschijnt, maakt het interessant te lezen. Ik blijf delier een lastige diagnose vinden en daarin sta ik niet alleen. Ik heb ze ook gemist, zoals bij die patiënt die een stille vorm van delier had. Ik vond hem wat afwezig in zijn bed, de eerste keer dat ik hem thuis bezocht. Hij haalde het gordijn wat aan en staarde naar zijn tuin. Twee dagen later belde de thuiszorg dat de patiënt letterlijk in de gordijnen hing. Bij hem was het een kwestie van de Tramadol dosering halveren en afwachten. Hij knapte op en liet de gordijnen met rust.
Nu dacht ik dat wij in Nederland goed bezig zijn met onze Delirium Observatie Screening (DOS) scores. Als de verpleegkundige of verzorgende vertrouwd is met de DOS-score, de lijst weet te vinden tussen alle paperassen én wij de collega’s kunnen overtuigen om de scorelijst te gebruiken. In dit artikel vertellen de auteurs over tien verschillende meetinstrumenten die gebruikt worden in 36 studies. Alleen daar word je al confuus van!
Een andere uitdaging is het fluctuerende beloop van delier. Dat maakt het met wisselende zorgverleners een uitdaging om tot deze diagnose te komen. Als je er niet aan denkt, zie je het niet. Dankzij deze review leren wij dat een derde van nieuw op te nemen patiënten in de palliatieve zorg een vorm van delier kan hebben. Dat stimuleert om op te letten, want juist bij mensen die wij nog niet kennen, is het moeilijker om een delier te herkennen. Dan hebben wij elkaar nodig. En de familie want die kent de patiënt. Zo kunnen wij dit moeilijk te onderkennen ziektebeeld gezamenlijk aanpakken.
Naar de publicatie
Watt, C., et al (2019) The incidence and prevalence of delirium across palliative care settings: A systematic review. Pall Med 33(8);865-877.
Deze bijdrage is onderdeel van e-pal - editie maart 2020. U vindt alle bijdragen e-pal hier.