Afname van potentieel niet passende zorg aan het einde van het leven van patiënten met kanker tijdens de COVID-19 pandemie
- Datum publicatie 23 december 2023
- Auteur Slotman E, Fransen HP, van Laarhoven HW, et al.
Tijdens de COVID-19 pandemie zagen we een daling in het aantal nieuwe kankerdiagnoses en vonden er veranderingen plaats in de diagnostiek en behandeling. Daarnaast waren er veranderingen in de zorg die mogelijk van invloed kunnen zijn geweest op de zorg aan het levenseinde voor patiënten met kanker en de mate waarin patiënten potentieel niet passende zorg ontvingen. Zo was er bijvoorbeeld een toegenomen bewustzijn van het belang van palliatieve zorg en proactieve zorgplanning. Daarnaast hebben de pandemie en de beperkende maatregelen er mogelijk voor gezorgd dat patiënten zorg hebben gemeden. Tot op heden was er echter nog weinig bekend over de invloed van de pandemie op potentieel niet passende zorg aan het levenseinde. In deze studie vergeleken we daarom de mate van potentieel niet passende eindelevenszorg tussen patiënten overleden voor de COVID-19 pandemie met patiënten overleden tijdens de COVID-19 pandemie.
Methodiek
In deze studie werden 112.919 patiënten met kanker (≥18 jaar) geïncludeerd die tussen januari 2018 en mei 2021 zijn overleden. De mate waarin patiënten potentieel niet passende eindelevenszorg ontvingen werd vergeleken tussen vier periodes tijdens de COVID-19 pandemie (1e COVID-19 piek en lockdown in 2020, herstelperiode na 1e piek, 2e piek en lockdown en het verlengde van deze 2e piek en lockdown in de eerste maanden van 2021) en dezelfde periodes in 2018 en 2019. Potentieel niet passende zorg in de laatste maand van het leven werd beoordeeld op basis van zes indicatoren: toediening van chemotherapie, >1 spoedeisende hulp bezoek, >1 ziekenhuisopname, ≥1 IC opname, een ziekenhuisopname >14 dagen en overlijden in het ziekenhuis.
Resultaten
Tijdens de COVID-19 pandemie ontvingen minder patiënten potentieel niet passende eindelevenszorg in vergelijking met voorgaande jaren, vooral tijdens de eerste COVID-19 piek (22,4% vs. 26,0%). Regressieanalyse toonde een lagere kans op potentieel niet passende zorg tijdens alle COVID-19 periodes na correctie voor leeftijd, geslacht en type kanker. Met betrekking tot de afzonderlijke indicatoren hadden patiënten tijdens de pandemie minder vaak meervoudige of langdurige ziekenhuisopnames, een opname op de intensive care en overleden ze minder vaak in het ziekenhuis.
Conclusie/aanbevelingen
Deze studie toonde een significante afname van potentieel niet passende zorg aan het levenseinde voor patiënten met kanker tijdens de COVID-19 pandemie. Dit kwam voornamelijk door minder ziekenhuis- en IC-opnames en minder sterfgevallen in het ziekenhuis, wat erop wijst dat de zorg aan het einde van het leven vaker in de thuisomgeving werd verleend. Omdat gebrek aan capaciteit in ziekenhuizen, terughoudendheid van patiënten om naar het ziekenhuis te gaan en een toegenomen bewustzijn voor triage en proactieve zorgplanning allemaal kunnen hebben bijgedragen, is het onduidelijk of dit ook geleid heeft tot betere kwaliteit van zorg.
Relevantie voor de praktijk
- De resultaten van dit onderzoek roepen belangrijke vragen op over welke pandemie-gerelateerde veranderingen in de zorgverlening en besluitvorming rond het levenseinde kunnen bijdragen aan passende zorgverlening rond het levenseinde voor toekomstige patiënten.
- Een belangrijke les hierin is ons bewust blijven van het belang van triage en proactieve zorgplanning.
Referentie
Slotman E, Fransen HP, van Laarhoven HW, et al. Reduction in potentially inappropriate end-of-life hospital care for cancer patients during the COVID-19 pandemic: A retrospective population-based study. Palliative Medicine. 2023;0(0). doi:10.1177/02692163231217373
Links
Lees het artikel op SageJournals