Intermitterende palliatieve sedatie
Methode: consensus based (geen systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd)
Voor intermitterende palliatieve sedatie (in de praktijk vrijwel altijd nachtelijke sedatie) komt in principe alleen midazolam in aanmerking. Hierbij wordt bij de start gebruik gemaakt van de oplaadbolus van 5 mg s.c. gevolgd door onderhoudsdosering 1.5 mg/uur s.c. continu (met een range van 0.5-2.5 mg/uur, afhankelijk van diverse factoren, zie Tabel 2. Situaties en bijbehorende risicofactoren waarbij een aangepast doseringsschema gewenst kan zijn).
Mocht onvoldoende bewustzijnsdaling bereikt worden kan aansluitend elke 2 uur 5 mg midazolam s.c. bolus gegeven worden. De intermitterende palliatieve sedatie wordt gestart op de inslaaptijd en de onderhoudsdosering wordt gestopt 2 uur voor het gewenste tijdstip van ontwaken. Als er sprake is van risicofactoren die leiden tot een hogere mate van sedatie bestaat de kans dat de patiënt overdag later wakker wordt dan gewenst.
De volgende nacht wordt gestart met de dosering die de vorige nacht leidde tot het gewenste niveau van bewustzijnsdaling (waarbij de gegeven bolussen bij de onderhoudsdosering worden opgeteld). Als dit de vorige nacht niet bereikt was, wordt de onderhoudsdosering verder opgehoogd totdat het gewenste niveau van bewustzijnsdaling is opgetreden.