Digitale gegevensuitwisseling bij proactieve zorgplanning: 'We hebben elkaar nodig om dit voor elkaar te krijgen'
- Datum publicatie 14 mei 2025
- Auteur Rob Bruntink
- Soort publicatie artikel
- Doelgroep Niet-specifiek
Eén digitaal platform voor alle zorgverleners, wáár ze ook werken, zodat ze eenvoudig informatie kunnen uitwisselen: wie droomt daar niet over? Bij het platform Digizorg zijn ze flink op weg die droom te realiseren in de regio Rijnmond, Zuidhollandse eilanden en Ridderkerk. In juni start een pilot voor proactieve zorgplanning: met twee ziekenhuizen, dertig huisartspraktijken en twee VVT-instellingen. 'Iedereen is zeer gemotiveerd om juist rondom proactieve zorgplanning een transmuraal werkend product te maken', zegt product owner/arts Martijn Brands.
Martijn Brands (midden) aan het werk tijdens één van de werksessies over de module proactieve zorgplanning.
Bij het platform Digizorg zijn 29 zorginstellingen uit de regio Rijnmond, Zeeuwse eilanden en Ridderkerk aangesloten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan ziekenhuizen als Erasmus MC en het Franciscus Gasthuis, VVT-instellingen als Aafje en Careyn, maar ook Rijnmond Dokters, waarin 300 huisartspraktijken zijn verbonden.
Cockpit voor zorgverleners
Op hoofdlijnen bekeken heeft Digizorg twee diensten. Een app voor patiënten, en een dashboard voor zorgverleners. Bijna 50.000 patiënten van het Erasmus MC maken gebruik van de app Digizorg. In die app – ‘een digitale voordeur’ – vinden ze alle gegevens over hun behandelingen, afspraken en resultaten van eventuele metingen en onderzoeken. Ook kunnen ze via de chatfunctie contact leggen met hun zorgverleners of brochures lezen/downloaden.
Daarnaast heeft Digizorg een ‘zorgverleners-cockpit’ ontwikkeld. Dit moet ertoe leiden dat alle zorgverleners uit de regio toegang hebben tot alle gegevens die de instellingen over een specifieke patiënt beschikbaar hebben. Of je nu huisarts in Rotterdam, medisch-specialist van het Erasmus MC of verpleegkundige van Careyn bent, ze kunnen allemaal dezelfde informatie inzien. Zo wordt de transmurale zorg en transmurale samenwerking digitaal ondersteund.
'Palliatieve zorg is bij uitstek transmurale zorg', stelt Martijn Brands, die begin april promoveerde op onderzoek naar digitale gegevensuitwisseling in de zorg voor mensen met een chronische ziekte. 'Daarom wilden we graag een module proactieve zorgplanning in die cockpit implementeren.' Het afgelopen jaar was Brands product owner van dit spoor. Naast palliatieve zorg richten partijen zich binnen Digizorg in eerste instantie op de ondersteuning van zorgpaden rondom COPD, hartfalen en Diabetes Type 2.
Pzp-functionaliteit
Aan de module proactieve zorgplanning (pzp) wordt momenteel nog druk gebouwd. De verwachting is dat een werkbare eerste versie in juni beschikbaar is. In eerste instantie moeten zorgverleners de pzp-info in Digizorg rapporteren. In volgende versies wordt de module gevuld met informatie die uit de databestanden van het Erasmus MC komt. Daarna wordt de informatie aangevuld met pzp-gegevens vanuit de andere instellingen uit de Rijnmondse regio, zoals van de huisartsen en VVT-instellingen.
Bij de ontwikkeling is men niet bepaald over één nacht ijs gegaan. 'Ik denk dat ik wel zo’n tachtig zorgverleners heb geïnterviewd. Zorgverleners uit het ziekenhuis, maar ook uit bijvoorbeeld de thuiszorg en huisartsenzorg. Met hen heb ik gesproken over de behoeften die zij hebben in relatie tot pzp-gegevens. Ook is er een aantal werksessies geweest, om met zorgverleners in gezamenlijkheid vast te stellen welke pzp-functionaliteiten er in zo’n cockpit zouden moeten zitten. Die bijeenkomsten werden druk bezocht en kenmerkten zich door een hoge betrokkenheid. Hun input hebben we gebruikt om de pzp-module in te richten, zodat we de gewenste transmurale samenwerking het best kunnen ondersteunen.'
Samen achter één doel
Digizorg is een non-profitorganisatie, waar vooral mensen met een zorg- en/of ICT-achtergrond werken. Zorgverzekeraars financieren het werk dat Digizorg voor de module proactieve zorgplanning doet vanuit de transformatiegelden van IZA (Integraal Zorgakkoord). Digizorg ontstond dank zij Merel Backers, een patiënt van het Erasmus Medisch Centrum, maar wordt dus inmiddels gedragen door 29 zorgorganisaties, die allemaal eenzelfde stem in het geheel hebben. 'De besturen van die 29 organisaties hebben gezamenlijk een intentieovereenkomst ondertekend. Daarin hebben we geformuleerd wat ons doel is. Voor de zorgorganisaties zelf betekent dat dat we die digitale gegevensuitwisseling beter mogelijk willen maken. Het is misschien best uniek dat we 29 organisaties uit de regio – van groot tot klein – achter één zo’n doel hebben weten te scharen, maar we weten ook allemaal dat we elkaar nodig hebben om een goed werkend digitaal systeem op te tuigen.'
Van intentie naar praktijk
'Rondom proactieve zorgplanning zijn we nu stappen aan het zetten die ons vanuit die intentie naar de praktijk moeten brengen. De bestuurlijke overeenkomst vormt hiervoor een geweldige basis. Ook is er alom enthousiasme rondom proactieve zorgplanning; iedereen ziet het nut in van de pzp-functionaliteit in ons systeem. Waar we nu vooral aan werken is het maken van werkafspraken. Tal van vragen dringen zich dan op. Welke gegevens worden wanneer door wie en waar vastgelegd? Hoe moet je omgaan met de informatie die in Digizorg staat als daar bijvoorbeeld behandelwensen of -grenzen in staan die afwijken van wat er in het eigen bronsysteem staat? Ook zullen er heel concrete vragen komen die de praktijk van alledag raken: wanneer ga je bijvoorbeeld het eerste pzp-gesprek voeren? Welke indicaties stellen we daarvoor op? Wie voert die pzp-gesprekken? Daar moet je met z’n allen ook afspraken over maken. Natuurlijk kun je voor de antwoorden op een aantal van die vragen terugvallen op de richtlijn proactieve zorgplanning. Maar daarmee is het bij iedere organisatie nog geen vast onderdeel van de zorg. Dus dat levert ook intern soms nog flink wat werk op. Of neem een term als ‘regiebehandelaar’ die in de richtlijn gebruikt wordt. Vaak is niet eens zo duidelijk wie de regiebehandelaar is. Of zijn er mensen die zich regiebehandelaar voelen, maar het eigenlijk niet zijn. Daarover moet je met elkaar gezamenlijk het nodige vastleggen.'
Huiswerk
Zorgorganisaties die nog niet zo gewend zijn proactieve zorgplanning uit te voeren, hebben door de ontwikkelingen rondom de digitale gegevensuitwisseling huiswerk meegekregen; zij zullen bijvoorbeeld hun personeel moeten scholen in het voeren van proactieve zorgplanningsgesprekken. 'Zo zie je dat Digizorg een katalyserende rol speelt', zegt Brands.
Succesfactoren in het proces naar de pzp-module
Ingeborg Kan is bij het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II coördinator Transformatie Digitale Gegevensuitwisseling. Zij heeft afgelopen jaar, samen met collega-coördinator Wesley Mensah, regelmatig contact gehad met Martijn Brands en collega’s over de ontwikkeling van de pzp-module in de ‘zorgverleners-cockpit’ van Digizorg. Ze is erg te spreken over de samenwerking. 'Ze zijn erg transparant en delen waarmee ze bezig zijn of waar ze tegenaanlopen. Ik heb de indruk dat dat bijdraagt aan de snelheid waarmee ze tot afspraken komen met al die organisaties die bij Digizorg betrokken zijn.'
Als Kan moet aangeven wat in haar ogen de succesfactoren in het proces van afgelopen jaren zijn geweest, komt ze op diverse factoren. 'Het begint met dat bestuurlijke commitment van die 29 organisaties. Dat is een essentieel fundament. Niet minder belangrijk is de aanpak die men heeft gekozen om tot zo’n pzp-module te komen. De interviews en de werksessies hebben tot een groot draagvlak onder de zorgverleners geleid en zo wordt ook de behoefte van de zorgverleners centraal gesteld. Daarnaast speelt ook de multidisciplinariteit van het projectteam van Digizorg een rol. Zorgverleners vanuit diverse settingen zijn erin vertegenwoordigd. Dat zorgt voor een grote, gevarieerde deskundigheid. Als er zorginhoudelijke vragen leven, kunnen zij die snel beantwoorden. Dat is zeer helpend; zo’n module wordt dan dóór en vóór zorgverleners gebouwd. En last but not least: de regio waarin Digizorg actief is kent een hoge ziekenhuisdichtheid. Ik denk dat mede daardoor de noodzaak tot samenwerking sterk gevoeld werd. Dat heeft ook een extra schwung aan het proces gegeven.'