Voorlichting

Uitgangsvraag

Hoe dient voorlichting te worden vormgegeven bij patiënten in de palliatieve fase met hik?

Methode: consensus-based

Aanbevelingen

Voor deze uitgangsvraag is geen systematisch literatuuronderzoek verricht.

Er is geen literatuur gevonden over voorlichting bij patiënten met de hik.

De werkgroep is van mening dat patiënten in de palliatieve fase met hik voorlichting moeten krijgen over:

  • wat de hik is;
  • de mogelijke gevolgen en complicaties;
  • de mogelijke oorzaak/oorzaken en beïnvloedende factoren (zie Inleiding) en wat de patiënt zelf kan doen om het optreden van de hik te beperken;
  • wat de patiënt zelf kan doen om de hik te laten ophouden en hoe die interventies worden uitgevoerd (zie module 'Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling').

Verder kan de patiënt voor informatie over de hik verwezen worden naar Overpalliatievezorg.nl (overpalliatievezorg.nl/lichamelijke-en-psychische-klachten/hik) of Thuisarts.nl (www.thuisarts.nl/hik/ik-heb-hik).

De centrale zorgverlener (zie Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland [IKNL/Palliactief 2017]) en de regiebehandelaar (voorheen hoofdbehandelaar, zie uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg) zijn verantwoordelijk dat er voorlichting gegeven wordt. De voorlichting kan worden gegeven door een verpleegkundige of arts.

Voor algemene voorlichting over palliatieve zorg aan mensen met een migratieachtergrond kan gebruikgemaakt worden van de folder 'Lessen uit gesprekken over leven en dood' van Pharos [Pharos 2017].