Voorbereidingen bij risico op een longbloeding
Overweeg een of meer van de volgende handelingen/afspraken:
Schat in of de mentale belasting, die onderstaande afspraken met zich mee kunnen brengen voor patiënt en naasten, opweegt tegen het geringe risico op het optreden van een daadwerkelijke ernstige bloeding.
- Zorg voor alarmeringsmogelijkheid patiënt: bel, alarmknop bij persoonsalarmering, ingesteld alarmnummer op een mobiele telefoon.
- Bespreek bereikbaarheid van zorgverleners, wie in welke situatie te bellen: huisarts, ambulancedienst (*), thuiszorg. Denk ook aan bereikbaarheid naasten (bijv. voor opvang kinderen of steun/aanwezigheid). Leg een lijst met telefoonnummers klaar.
(*) Indien wenselijk dat ambulancedienst medicatie toedient bij een major bloeding in de thuissituatie:- Overleg met medisch manager van de ambulanceregio van woonplaats patiënt.
https://www.ambulancezorg.nl/contact/contact-met-ambulancedienst - Vul een individueel behandelplan/overeenkomst van de betreffende ambulancedienst voor de patiënt in (patiëntgegevens, opdrachten, medicatie en dosering, aanwijzingen, handelingsperspectief, benaderingswijze, medicatie en dosering, bereikbaarheid huisarts).
P.M. Ambulancedienst kan alleen afspraak op locatie aanmaken op het adres van patiënt. Als bloeding elders optreedt, is het plan niet zichtbaar voor meldkamer. Afspraak op naam van de patiënt (ongeacht waar patiënt verblijft) is nog niet mogelijk. - Fax een individueel behandelplan/overeenkomst getekend door eindverantwoordelijke (huisarts of regievoerend behandelaar) naar ambulancedienst.
- Leg een individueel behandelplan/overeenkomst vast in medisch dossier EPD en zorg voor overdracht naar huisartsenpost.
- Geef kopieën van individuele behandelplan aan patiënt, thuis op zichtbare plek neerleggen voor ambulancedienst.
- Zorg voor beschikbaarheid medicatie thuis. Ambulancedienst gebruikt geen morfine maar fentanyl en heeft beperkte hoeveelheden medicatie in auto.
- Ter overweging: als patiënt elders (niet thuis) een minor of major bloeding krijgt, zal de ambulancedienst handelen volgens eigen protocol en vervoeren naar het ziekenhuis tenzij door behandelopdracht wordt aangegeven dat dat niet wenselijk is. Dat betekent dat patiënt/naaste dit behandelplan bij zich zal moeten dragen en kunnen overhandigen.
- Overleg met medisch manager van de ambulanceregio van woonplaats patiënt.
- Leg donkere handdoeken, opvangmateriaal (donkere emmer) en beschermingsmiddelen (schort, handschoenen en bril) in de buurt van de patiënt klaar. Als de patiënt niet thuis verblijft, kunnen donkere handdoeken van thuis meegenomen worden of bijv. donkere OK- jasjes gebruikt worden.
- Behandeling angst: niet-medicamenteuze interventies zoals afleiding, ontspanning en medicamenteuze behandeling, zie richtlijn ‘Angst in de palliatieve fase’ op Pallialine.
- Bespreek met zorgverleners en naasten dat er bij een acute massale bloeding in verband met het snelle beloop medisch niets gedaan kan worden en dat nabijheid op dat moment belangrijker is dan hulp halen. Insturen naar het ziekenhuis is dan niet zinvol meer. Dit ter voorkoming van zelfverwijten of schuldgevoelens niet adequaat gehandeld te hebben of de patiënt alleen te hebben gelaten.
- Zorg voor aanwezigheid van medicatie (midazolam en morfine), spuiten en naalden, voor het geval er geen massale bloeding optreedt, maar er wel sprake is van lijden als dyspnoe en angst.
- Bepaal dosis en toedieningsvorm, afhankelijk van al bestaande toedieningsweg en haalbaarheid toedieningsvorm, setting/aanwezigheid professional of vrijwilliger/naaste.
- Overleg met zorgverleners en eventueel naasten of zij bereid en in staat zijn om medicatie toe te dienen. Maak duidelijke afspraken over handelwijze en evt. toediening van medicatie. Leg dit vast in het dossier.
- Bespreek het doel van de medicatie (verlichten lijden), het omgaan met verantwoordelijkheid voor de toediening van medicatie en de kans dat de patiënt overlijdt na toediening van medicatie zonder dat het overlijden het gevolg is van de toediening.