Minor bloeding

Minor bloeding: gering bloedverlies (spoor vermengd tot slijm tot bodem van 1 kopje), geen tekenen van shock, geen risico op overlijden op korte termijn (< 24 uur).

  • Bij behandelwens patiënt: overleg met specialist vóór insturen naar het ziekenhuis: is diagnostiek en behandeling mogelijk en zinvol? Overleg over behandeling thuis met tranexaminezuur 3dd 1000 mg oraal.
  • Staak eventuele antistolling en overweeg: 
    • vitamine-K of protrombinecomplex bij gebruik van acenocoumarol of andere coumarinederivaten of bij stollingsstoornissen door leveraandoeningen;
    • bij gebruik van een DOAC: idaruzimab bij gebruik van dabigatran en andazenet bij gebruik van apixaban of rivaroxaban. 
  • Indien patiënt wordt ingestuurd en dyspnoïsch en/of angstig is: overleg met specialist of er bezwaar is tegen toediening van morfine en/of midazolam (lage dosering met als doel angst te verminderen), voorafgaande aan of tijdens het transport. Dempen van het bewustzijn kan onderzoek/ingrepen belemmeren.
  • Indien patiënt niet wordt ingestuurd: verminder symptoomlast volgens richtlijn 'Dyspneu in de palliatieve fase' en/of richtlijn 'Angst in de palliatieve fase' op Pallialine. 
    • Dyspnoe
      Ondersteunende interventies:
      • Halfzittende houding, ondersteuning kussens om hulpademhalingsspieren te kunnen gebruiken, frisse lucht, ventilator en ruimte om patiënt.
      • Bij opioïdnaïeve patiënt: 10 mg morfine oraal of 2,5 mg s.c.
      • Bij opioïdgebruik: bepaal de equi-analgetische dagdosis morfine oraal of subcutaan. Geef 20-25% van de dagdosis p.o. of s.c. met een minimum van 10 mg p.o. of 2,5 mg s.c. Hoog de dosis op met 25-50% bij onvoldoende effect.
    • NB Het toedienen van zuurstof is niet zinvol.
    • Angst/onrust
      Ondersteunende interventies
      • Rustige omgeving, aanwezigheid, goede informatie (zie module Vooruitplannen en informatie), afleiding, massage en ontspanningsoefening.
      • Midazolam 5 mg s.c.
      • Alternatief: 5 mg midazolam intranasaal 2,5 mg/dosis, 1 dosis per neusgat (niet geschikt bij bloeding uit neus).
  • Evalueer voortgang van de bloeding en het effect van medicatie op dyspnoe en angst. 
    Herhaal zo nodig de medicatie.