Kerncijfers Hospicezorg
- Datum publicatie 1 mei 2024
- Organisatie PZNL en IKNL
Verwachte update cijfers: onbekend
Een hospice is een kleinschalige voorziening voor mensen in de laatste fase van hun leven. In een hospice wordt 24 uur per dag zorg verleend aan zorgvragers en hun naasten, door zowel professionele zorgverleners als deskundige vrijwilligers. In Nederland is hospice geen beschermde titel, waardoor er veel variatie in het aanbod van hospicezorg is.
In het HOPEVOL project is in de periode 2017 tot 2021 voor het eerst een landelijk grootschalig onderzoek naar hospicezorg in Nederland uitgevoerd. De stand van zaken van de mate van passende hospicezorg in Nederland is onderzocht aan de hand van een steekproef van 51 hospices en 803 zorgvragers (HOPEVOL).
Drie typen hospices
Gedurende het HOPEVOL project kent Nederland ongeveer 270 hospicevoorzieningen. Er ontstaan jaarlijks nieuwe hospices, veelal vanuit een burgerinitiatief. Deze hospices zijn onder te verdelen in drie typen. In 2018 was er sprake van de volgende verdeelsleutel:
- 45% Palliatieve Units bij verpleeghuizen (PU); onderdeel van professionele organisatie met zorg verleend door professionele zorgverleners en deskundige vrijwilligers.
- 41% Bijna Thuis Huizen (BTH); voornamelijk informele zorg verleend door deskundige vrijwilligers.
- 14% High Care Hospices (HCH); voornamelijk formele zorg verleend door professionele zorgverleners en deskundige vrijwilligers (HOPEVOL).
Aantal overlijdens in hospices
In 2021 zijn ongeveer 170.000 mensen overleden. Bij 63% (ruim 106.000) van deze mensen was er sprake van een verwacht overlijden en een mogelijke behoefte aan palliatieve zorg (Kerncijfers). In 2015 is onderzocht dat 10% van mensen met een verwacht overlijden overlijdt in een hospice (Kerncijfers en Sterfgevallenonderzoek 2015). De verwachting is daarom dat er ruim 10.000 mensen per jaar overlijden in een hospice (HOPEVOL).
De zorgvragers
Zorgvragers hebben verschillende zorgbehoeften. Deze zorgbehoeften worden vastgelegd in het individuele dossier. Hierin zijn bij opname voor alle zorgvragers lichamelijke klachten vastgelegd. Daarnaast zijn voor meer dan de helft van de zorgvragers psychische problemen (56%), voor een derde sociale zorgbehoeften (36%) en voor een kwart zingevingsvraagstukken (24%) genoteerd bij opname (HOPEVOL).
Tijdige verwijzing
Het merendeel van de zorgvragers (80%) wordt opgenomen op basis van een tijdige verwijzing. Hiermee wordt bedoeld dat zorgvragers tussen drie maanden en 3 dagen voor overlijden worden opgenomen (HOPEVOL).
Zorgvragers worden meestal gepland opgenomen (85%). Ongeplande opnames vinden vooral vanuit huis plaats en vaker in High Care Hospices dan in andere hospice typen (HOPEVOL).
Overlijden op locatie van voorkeur
De voorkeurslocatie van overlijden wordt niet structureel vastgelegd in zorgdossiers. De voorkeurslocatie van overlijden is bij 56 tot 66% van de zorgvragers vastgelegd. Hiervan geeft 6% aan dat het hospice niet de voorkeurslocatie is. Veranderingen in voorkeurslocatie na opname zijn bij 26 zorgvragers beschreven (3%), waarvan die voorkeur bij 11 mensen opvolging kreeg. In deze gevallen gaat de voorkeur vaak uit naar een opname in een ander hospice of een terugkeer naar huis (HOPEVOL).
Individueel zorgplan
Het vier-dimensioneel individueel zorgplan (IZP) is een set van afspraken tussen de zorgvragers en zorgverleners over de behoeften op het gebied van de vier dimensies. Echter, de mate waarin er in het zorgplan aandacht is voor deze dimensies verschilt per hospice, met gemiddelden van 97% op lichamelijk, 75% op psychisch, 66% op sociaal en 49% op existentieel gebied. De mate waarin vanuit de vier dimensies wordt gerapporteerd lijkt af te hangen van het type zorgplan en het type zorgdossier dat wordt gebruikt (HOPEVOL).
Sociale context van zorgvragers
In het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland staat beschreven dat inzicht in de sociale context van de zorgvrager noodzakelijk is voor het bieden van goede zorg. Hoewel vaak de eerste contactpersoon (90%) en de aanwezigheid van mantelzorgers (68%) genoteerd worden in hospices, blijft het in kaart brengen van de sociale context veelal beperkt tot een functionele inventarisatie. In slechts 13% van de hospices wordt draagkracht van naasten in het IZP beschreven.
Toekomstige capaciteit
Binnen het project 'Versterken Hospicezorg' is in 2024 gekeken naar de huidige en toekomstig benodigde capaciteit. Het rapport ‘Versterken Hospicezorg – Onderzoek naar huidige en toekomstig benodigde capaciteit’ geeft inzicht in de huidige landelijke capaciteit en regionale verschillen. Daarnaast zijn enkele prognoses uitgewerkt voor de benodigde capaciteit in 2040. De schattingen variĆ«ren sterk: de benodigde capaciteit kan in een maximale prognose oplopen tot 2.367 bedden (+96%), terwijl een minimale prognose uitgaat van slechts 866 bedden in 2040 (-28%). De grote spreiding komt doordat er veel verschillende factoren van invloed zijn. Na weging van die factoren stelt de verwachte prognose een benodigde capaciteit van 1.795 bedden in 2040 (+49%). Vanuit het project wordt geadviseerd om dit onderzoek periodiek te herhalen om inzicht te houden in de actuele hospicecapaciteit en de ontwikkelingen hierin.
Wil je meer weten over hospicezorg in Nederland? Bekijk dan deze pagina op Overpalliatievezorg.nl.
Voor het opstellen van deze pagina is gebruik gemaakt van het HOPEVOL onderzoek, het gepubliceerde artikel Hospice Care Access: a national cohort study en het rapport 'Versterken Hospicezorg – Onderzoek naar huidige en toekomstig benodigde capaciteit’.