Herken bijwerkingen van immunotherapie!
- Datum publicatie 2 juni 2020
- Auteur Frank van den Berg
- Organisatie e-pal
Samenvatting
Tegen solide tumoren wordt steeds vaker immunotherapie ingezet, de zogenoemde -mabs. Immunotherapie bestaat uit antistoffen die zodanig ingrijpen in het afweersysteem dat dit kankercellen aanvalt. Maar ook gezond weefsel wordt soms doelwit van de eigen afweer. Dan zien we bijwerkingen.
Deze bijwerkingen worden vaak bestreden met corticosteroïden, in ernstige gevallen wordt systemisch toegepast. Maar dan kan het effect op de tumor ook minder worden. Systemisch toepassen van steroïden dient dan ook uitsluitend in overleg met de oncoloog te gebeuren.
Het is belangrijk de bijwerkingen te onderscheiden van tumorprogressie.
Bijwerkingen van immunotherapie zijn:
- Huid: jeuk, vitiligo (dit is een gunstig teken) en erythematopapuleuze uitslag. Dit is meestal de eerste optredende bijwerking. Aanvang: twee tot drie weken na de start van de behandeling. Afhankelijk van de ernst van de huidverschijnselen kunnen lokaal verzachtende ureum of corticosteroiden bevattende crêmes dan wel systemisch toegediende corticosteroiden toegepast worden, naast tijdelijk stoppen van de immunotherapie.
- Gastrointestinale bijwerkingen: colitis met bloederige of slijmerige diarree. Soms darmperforatie. Hepatitis met meestal asymptomatische stijging van de leverenzymen, maar ook met ernstige symptomen. Behandeling: symptomatische therapie. In ernstige gevallen onderbreken van de therapie en toepassen systemisch corticosteroiden.
- Pulmonale bijwerkingen: ontsteking van de luchtwegen bij 2-6%, beginnend na acht tot veertien weken. Dyspnoe en droge hoest zijn de symptomen. Zonodig moeten corticosteroïden systemisch gegeven worden.
- Endocriene bijwerkingen: deze komen bij zo’n 10% voor. Hypothyreïidie, hyperthyreoïdie, bijnierinsufficiëntie en diabetes type I. Hormoonsubstitutie en tijdelijk onderbreken van de immunotherapie zijn aangewezen.
- Zeldzame bijwerkingen: myocarditis, myasthenia gravis, Guillain-Barré.
- Een bijzonder fenomeen is pseudoprogressie: de tumoren worden groter door infiltratie van immunologische afweercellen, niet door tumorprogressie dus. Dit komt voor bij 2-14% van de patiënten. Na zes tot twaalf weken is het weer over.
Commentaar
Zeker nu immunotherapie steeds vaker wordt ingezet is het goed alert te zijn op de bijwerkingen. Ook hier geldt dat het op juiste wijze daarmee omgaan een belangrijke factor is voor het succes van de behandeling. Met name de endocriene bijwerkingen zullen vaak gemist worden.
Naar de publicatie
Matts, C., et al (2019). Immunotherapy-Related adverse Effects When Treating Cancer. Journal of Palliative Medicine; jun 2019: 724-725.
Deze bijdrage is onderdeel van e-pal - editie maand jaartal. Alle e-pal-artikelen staan hier.