Leven in de palliatieve fase
Een ander toekomstbeeld
Als jullie te horen hebben gekregen dat je naaste in de palliatieve fase zit, ontstaat een nieuwe situatie. Een situatie waarin jullie moeten leren omgaan met het veranderde toekomstbeeld en alles wat hierbij komt kijken. Iedere persoon doet dat op zijn eigen manier.
'Mantelzorg in de palliatieve fase verschilt van mantelzorg in andere situaties'
Aandacht voor je naaste en je samen voorbereiden
Misschien praten jij en je naaste veel over de periode die is aangebroken. Om deze fase goed te laten verlopen, helpt het dat zorgprofessionals op tijd praten met je naaste en met jou. En dat jullie een aantal zaken regelen. Zie het levenspad voor patiƫnt en de pagina proactieve zorgplanning voor meer informatie en tips hierover.
Mantelzorg in de palliatieve fase
Mantelzorg in de palliatieve fase is bijzonder. De zorgbehoefte van je naaste is meestal zwaar en ingewikkeld voor jou als mantelzorger. Bijvoorbeeld omdat je al wat ouder bent. Of omdat je jonge kinderen hebt en ook je werk tijd en aandacht vraagt. Het kan zijn dat je minder tijd hebt voor tijd met vrienden of voor hobby’s. Het is normaal dat je je hier verdrietig of angstig over voelt. Het kan ook zijn dat je je uitgeput, angstig of eenzaam voelt. Iedereen reageert anders.
Mogelijk heb je ook minder tijd voor wat voor jullie samen belangrijk is: bijvoorbeeld samen tijd door brengen, gewoon ‘er zijn’ en tijd voor het praten over dingen die tot nu toe nog niet besproken zijn.
’Aandacht voor jou is ook heel belangrijk!’
Uit onderzoek blijkt dat veel mantelzorgers het moeilijk vinden hulp te vragen. Hierdoor wordt de kans dat je meer doet dan je aankan steeds groter. Je loopt dan het risico dat het te zwaar voor je wordt. Toch geeft mantelzorgen vaak veel voldoening als het goed verloopt. Daarom is het belangrijk dat jij het goed volhoudt en om hulp durft te vragen als dat nodig is.
Vraag ondersteuning van meerdere hulpverleners
Mogelijk zijn er mensen in de omgeving die jullie ondersteunen. Maar ook diverse hulpverleners helpen jullie graag. Denk aan informatie over werk, (zorg)verlofmogelijkheden, psychosociale
ondersteuning, mogelijkheden rondom praktische zaken als huishoudelijke hulp en hulpmiddelen, zorgmogelijkheden, thuiszorg en respijtzorg.
De instanties die hulp bieden zijn bekend bij het WMO-loket van je gemeente. Natuurlijk kan je ook bij je huisarts of de wijkverpleging vragen naar informatie, begeleiding en ondersteuning.