Het promoten van de PaTz werkwijze blijft hard nodig

Nieuws PaTz 18 februari 2025

Stichting PaTz bestaat dit jaar vijftien jaar. Reden voor een gesprek met oprichter Bart Schweitzer en huidig voorzitter Marijke van Daelen. “De PaTz werkwijze is één van de meest onderzochte methodieken in de palliatieve zorg. We weten daardoor dat het een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van leven van ongeneeslijk zieke patiënten. Helaas is de financiering van de methodiek nog een pijnpunt. Mede daardoor valt er voor ons als Stichting nog veel werk te doen.”

Vijftien jaar Stichting PaTz is vooral een reden voor feest. Want in die vijftien jaar tijd zijn op meer dan 250 locaties in Nederland zogeheten PaTz groepen ontstaan. In PaTz groepen ontmoeten huisartsen en wijkverpleegkundigen elkaar die binnen een bepaalde wijk, dorp, stad of streek hun zorg verlenen aan mensen die ongeneeslijk ziek zijn. De huisartsen en wijkverpleegkundigen nemen gezamenlijk eens in de zes à acht weken ‘palliatieve casuïstiek’ door, en verbeteren op die manier hun samenwerking. Ook wordt er deskundigheid vergroot door met elkaar een thema op het gebied van palliatieve zorg te bespreken. Aan iedere PaTz-groep is een consulent palliatieve zorg verbonden. Deze consulent kan specifieke kennis over palliatieve zorg en ondersteuning inbrengen. 

Voordelen van de PaTz groepen
Deze PaTz werkwijze komt de patiënt en zijn naasten absoluut ten goede, zo maken onderzoeken naar de methodiek keer op keer duidelijk. De SentiMELC-studie liet bijvoorbeeld zien dat patiënten van huisartsen die niet deelnemen aan een PaTz-groep 1,5 keer zoveel kans hebben op een SEH-bezoek en 1,4 keer zoveel kans hebben op een ziekenhuisopname in de maand voor overlijden. Beide kenmerken maken onderdeel uit van de definitie van potentieel ‘niet-passende zorg’. Andere voordelen van de PaTz groepen zijn niet minder waardevol: proactieve zorgplanning komt vanzelfsprekend en tijdig uit de verf bij de patiënten die in de groepen worden besproken, de methodiek bevordert multidisciplinaire samenwerking, continuïteit van zorg is een zekerheid en de weg naar het inschakelen van specialistische palliatieve zorg is zeer toegankelijk, omdat aan iedere PaTz groep een consulent palliatieve zorg verbonden is. Last but not least: door de samenwerking ervaren PaTz deelnemers ook (emotionele) steun aan elkaar, zeker als er sprake is van complexe casuïstiek. Veel van deze voordelen komen boven water via de jaarlijkse PaTz Monitor, waarbij alle deelnemers van PaTz groepen een vragenlijst voorgelegd krijgen.

Zendingswerk
De PaTz werkwijze is gebaseerd op het Gold Standards Framework (GSF) zoals dat gangbaar is in Engeland. “Daar werkt 98% van de huisartsen aan mee”, weet Bart Schweitzer, die vijftien jaar geleden de PaTz werkwijze op dat Framework baseerde. In Nederland is het nog niet zover; hier is ruim 15% van de huisartsen aangesloten bij een PaTz groep. Maar het verschil heeft een eenvoudige reden. In Engeland vallen alle huisartsen onder de National Health Service, en de NHS werkt nou eenmaal met GSF. “Als dat ook in Nederland zo duidelijk van bovenaf zou worden opgelegd, zou het aantal van 250 PaTz groepen al veel hoger zijn. Maar de gezondheidszorg is in Nederland anders georganiseerd dan in Engeland. Richting huisartsen kan niemand afdwingen dat zij zich bij een PaTz groep móeten aansluiten.” En dus verricht de Stichting PaTz – al sinds de oprichting – het nodige zendingswerk, in de hoop dat zoveel mogelijk huisartsen en wijkverpleegkundigen zich verenigen in een PaTz groep. In 2022 nam Schweitzer afscheid van de Stichting. Het voorzittersstokje werd overgenomen door Marijke van Daelen. Zijzelf zat toen al vele jaren in een PaTz groep, dus ze was meer dan bekend met de methodiek. Als kaderarts palliatieve zorg is ze nu betrokken bij vijf PaTz groepen in de Gooi- en Vechtstreek.

Structurele financiering
“Het promoten van de PaTz werkwijze blijft dus hard nodig”, zegt Van Daelen. “Niet alleen zorgt de NHS er in Engeland voor dat iedere huisarts vanuit het GSF palliatieve zorg verleent, de NHS zorgde daarmee ook voor de financiering van die werkwijze. En dat is in Nederland nog steeds niet goed geregeld. Er zit gelukkig wel een beweging ten goede in, maar een feit is dat PaTz-groepen niet de zekerheid van een structurele financiering kennen. Bij sommige PaTz-groepen kunnen de huisartsen voor hun PaTz werk een contract afsluiten met een zorgverzekeraar. Dat kunnen de deelnemende wijkverpleegkundigen niet. Daarnaast zijn er financieringsmogelijkheden via TAPA$-prestatie 1 (zie bladzijde 30-31 van de Handreiking financiering palliatieve zorg 2024). Een huisartsenzorggroep heeft daarvoor een contract met de zorgverzekeraar afgesloten. Maar het blijft een ingewikkeld spoor. Vanuit het perspectief van zorgverzekeraars is het PaTz-werk een klein onderdeel van palliatieve zorg. Zij willen het liefst contracten afsluiten voor álle palliatieve zorg in een bepaalde regio. Het kost moeite om hen te laten afwijken van die wens.”

Samenwerking met het sociaal domein
Kijkend naar de toekomst, is ‘structurele financiering regelen’ één van de belangrijkste speerpunten van de Stichting. Daarnaast staat samenwerking met het sociaal domein hoog in de prioriteitenlijst. “Door de samenwerking op te zoeken met het sociaal domein zetten we een nieuwe stap in de verbreding van de disciplines die bij een PaTz-groep betrokken kunnen worden”, zegt Van Daelen. Eerder sloten geestelijk verzorgers en apothekers zich al aan bij diverse PaTz groepen: bij ongeveer éénderde van de PaTz groepen is dat een feit. Ook coördinatoren van VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg) laten regelmatig hun gezicht zien. “Maatschappelijk werkers of WMO-consulenten zijn de volgende disciplines die we bij het PaTz-werk moeten zien te betrekken. Door tal van maatschappelijke ontwikkelingen – dubbele vergrijzing, verminderd aantal beschikbare zorgprofessionals – zullen we de samenwerking tussen de sectoren gezondheidszorg en welzijn moeten versterken, om de zorg en ondersteuning voor ongeneeslijk zieken zo optimaal mogelijk te behouden. PaTz-groepen kunnen daarin een waardevolle bijdrage leveren.”

Regionale transformatieplannen palliatieve zorg
De Transformatieplannen palliatieve zorg waaraan nu her en der in het land – in het kader van het Integraal Zorgakkoord – door Netwerken Palliatieve zorg, zorg- en welzijnsinstellingen, gemeenten en zorgverzekeraars flink gewerkt wordt, bieden ook kansen om de PaTz-werkwijze te promoten, ziet Van Daelen. Stichting PaTz kent zo’n twintig PaTz ambassadeurs: huisartsen en wijkverpleegkundigen die in hun regio de PaTz-groepen promoten. De ambassadeurs worden ondersteund om  zogeheten ‘trekkersgroepen’ te vormen, waarin naast de Netwerken Palliatieve Zorg ook de Regionale Huisartsenverenigingen en ROS’en ideale partners zijn. In het meest ideale geval raakt de PaTz-methodiek verankerd in het beleid dat binnen zo’n transformatieplan voor de eerstelijnszorg wordt opgesteld.”

PaTz werkwijze borgen
Regio’s met of zonder transformatieplannen… Zolang de PaTz werkwijze nog geen vanzelfsprekend onderdeel is van de eerstelijns palliatieve zorg, ziet Van Daelen een rol voor de Stichting PaTz. “Wij bestaan niet om het bestaan. Wij bestaan omdat we de PaTz-werkwijze willen borgen. Daar is nog flink wat ontwikkeling voor nodig. Dat kan het best gebeuren vanuit een Stichting die zich daar exclusief op kan richten.”

Ook richting de LHV en de NHG, de beroepsverenigingen van huisartsen, ziet Van Daelen nog een belangrijke, activerende rol. “Aan de ene kant zie je dat de NHG, via de huisartsenadviesgroep PalHag, actief is op het gebied van palliatieve zorg. Er wordt momenteel bijvoorbeeld hard gewerkt aan een nieuwe visie op palliatieve zorg door de huisartsen. Aan de andere kant is de laatste jaren veel aandacht gegaan naar ouderenzorg, dat geldt als ‘major item’, en leek de palliatieve zorg wat ondergesneeuwd. Terwijl er natuurlijk een grote overlap zit tussen ouderenzorg en palliatieve zorg. Samenwerking met de ouderenzorg is dan ook een van de speerpunten voor de komende tijd. Vanuit Stichting PaTz doen we er alles aan om de zichtbaarheid van palliatieve zorg te vergroten.”

Contact
Neem voor vragen contact met ons op