De palliatieve kit in de praktijk

Ervaringen van het eerste half jaar

Vanaf 17 juli 2024 is binnen de provincie Groningen en Noord-Drenthe de palliatieve kit (KIT) beschikbaar. Dit is mogelijk gemaakt door Het Apothekerscoöperatief Groningen (ACG), DokNoord en Menzis. Input is gegeven door meerdere wijkverpleegkundigen en het initiatief is ondersteund vanuit de netwerken palliatieve zorg. Nu we een halfjaar verder zijn, was de werkgroep benieuwd naar de ervaringen. En die zijn goed!

Vanuit de wijkverpleging

• De inzet van de palliatieve kit zorgt voor rust bij de patient en levert de wijkverpleging veel tijd op. Niet alles wat in de Kit zit is normaal gesproken bij de apotheek te krijgen. 

• Er blijkt in de praktijk dat een apotheek geen Kit had. Hier wordt actie op ondernomen, omdat elke apotheek de eerste Kit van Het apothekerscoöperatief geleverd heeft gekregen. 

• Er zijn situaties geweest waarbij de Kit niet is ingezet. Reden: volgens huisarts niet nodig, omdat er al morfine en Midazolam aanwezig is bij de patient. Tip vanuit de werkgroep is om ook in zo’n geval de Kit aanvullend in te zetten, omdat er genoeg materiaal in zit dat gebruikt kan worden. 

Vanuit de huisartsen

• Huisartsen zijn over het algemeen tevreden. De inzet van de Kit zorgt voor rust bij de patiënt.
• Sommige huisartsen hadden niet verwacht dat de inzet nog een administratieve last met zich mee zou brengen. Dit wordt niet door alle huisartsen herkend. Het is goed te weten dat ook bij de aanvraag van de palliatieve Kit de huisarts de uitvoeringsverzoeken invult en zorgdraagt dat deze meekomen naar de apotheek, zodat die tegelijk in de Kit meegestuurd kunnen worden. 

Vanuit de apothekers

• Over de hele linie tevreden berichten. Veel van de materialen worden gebruikt. Soms moet medicatie vernietigd worden als die niet is gebruikt. Dat is niet anders dan in situaties waarbij de Kit niet wordt ingezet. 
• Het terugbrengen van de Kit vraagt aandacht. Een oproep aan huisarts en wijkverpleging om ook hier aandacht voor te hebben. Een mailtje sturen naar de apotheek kan vaak al voldoende zijn. Of thuiszorg kan deze langsbrengen, dit gebeurt in de praktijk regelmatig.
• Declaratie/vergoeding vraagt nog aandacht. Daar zal de werkgroep in 2025 over in contact blijven met de verschillende verzekeraars. 
• Ook vanuit de apothekers komt een signaal over de administratie. 

Hierbij enkele feiten over de periode half juli t/m 1 november 2024 gegeven voor de verzekerden bij Menzis.
Van de 58 apotheken hebben 15 apotheken de kit gedeclareerd. Dit is afgerond 26%. Deze 15 apotheken zijn in 11 verschillende plaatsen gevestigd en hebben de palliatieve kit in totaal 30 keer gedeclareerd. In vier plaatsen is de kit meer dan twee keer ingezet, respectievelijk 10, 6, 4 en 3 keer. In drie plaatsen 2 keer en vier plaatsen 1 keer. De uitsplitsing per maand is als volgt:

Bekendheid van de palliatieve kit

Op de pagina Palliatieve Kit staat een presentatie, gemaakt door ACG over de palliatieve kit die gebruikt kan worden om meer bekendheid te geven aan de palliatieve kit.

We zullen in maart een Webinar organiseren in navolging van Twente. 

Tot slot aandacht voor verzekerden bij Zilveren Kruis

Zilveren Kruis heeft als enige zorgverzekeraar de overeenkomst palliatieve kit gekoppeld aan de overeenkomst injectiemateriaal, omdat daarmee de hulpmiddelenzorg zoals Zilveren Kruis deze bij apotheken inkoopt, uniform blijft. In het inkoopbeleid van ZK is als voorwaarde vastgelegd dat om in aanmerking te kunnen komen voor de kit, de zorgaanbieder beschikt ook over de overeenkomst ‘injectiepennen, injectiespuiten en injectienaalden’. Hier willen zij niet van afwijken. 

Nu de betreffende gekoppelde overeenkomst om andere redenen voor apotheken onaantrekkelijk is, wordt de betreffende overeenkomst niet door alle apotheken getekend. Dit heeft als gevolg dat de apothekers die deze overeenkomst niet hebben met Zilveren Kruis (een minderheid), ook geen overeenkomst hebben voor de palliatieve kit.  In dergelijke situaties zullen cliënten van Zilveren Kruis geen palliatieve kit geleverd kunnen krijgen. 

Als werkgroep gaan we dit nog inbrengen bij het Praktijkteam van VWS. Wordt vervolgd.